Volgens Nick Hendriks is er bij het vak NLT volop de ruimte om met duurzaamheid aan de slag te gaan. Hij zette projecten op over verticale landbouw en circulariteit.

Wanneer je als docent iets met duurzaamheid wilt doen op school kan het zijn dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Waar begin je en hoe pak je het aan? Gelukkig zijn er genoeg collega's van wie je kunt leren! In deze rubriek lees je het verhaal van docenten die op hun eigen manier duurzaamheid integreren binnen én buiten hun lessen. Vandaag: Nick Hendriks van het IJburg College in Amsterdam.

Inspireer ook andere docenten en meld jezelf aan als duurzame docent!
“Duurzaam moet je als leerling ervaren en niet alleen over horen. Pas dan kun je goed een mening vormen,” zegt Nick Hendriks. Hij is natuur- en scheikundedocent en geeft daarnaast het vak Natuur, Leven en Techniek (NLT). In dat vak is er voor docenten veel ruimte om leerlingen te laten nadenken over duurzaamheid. Lees verder om te weten hoe Hendriks dat aanpakt in zijn lessen!

Inspirerende video
Hendriks raakte geïnspireerd door een een TED talk van een biologiedocent uit The Bronx. De Amerikaanse docent begon samen met zijn leerlingen voedsel te verbouwen in het klaslokaal, wat een enorm succes werd. “Hij liet me zien dat je kunt beginnen met iets kleins. Dat dat heel succesvol kan worden, ook al heb je er zelf niet zoveel verstand van.” Bekijk hier de TED talk.

Project over verticale landbouw
Het eerste project dat Hendriks zelf opzette ging over verticale landbouw. “Deze opdracht kwam voort uit de context dat er steeds meer mensen op aarde zijn, landbouw haast niet intensiever kan terwijl het eigenlijk al te milieubelastend is en dat het anders moet. Hier ontstond het idee om urban farming te combineren met technologie.”

“Leerlingen kregen zes weken de tijd om binnen het vak NLT een opstelling te ontwerpen om zonder gebruik van grond, alleen water en voedingsstoffen (hydroponics), een plantje te laten groeien. Leerlingen moesten zo veel mogelijk gerecyclede materialen upcyclen. Hoewel de leerlingen met niets begonnen was er aan het einde van de periode een semi-geautomatiseerd hydroponics systeem om plantjes te laten groeien.”

Project over circulariteit
Nu heeft Hendriks in de hogere jaarlagen een project over circulariteit opgezet, waarin leerlingen zelf bedenken hoe ze een proces of product circulair kunnen maken. “Het is een heel open project. Ik introduceer eigenlijk alleen de vraagstelling. Ik pak dan het ‘People Planet Prosperity’ model, omdat dat voor leerlingen goed te begrijpen is.”

Vervolgens gaan leerlingen op zoek naar zaken in hun dagelijkse omgeving. “Wat zie je? Wat weet je al over het circulair maken van een proces? Leerlingen komen met heel verrassende ideeën.” Zo is een groepje bezig geweest met een 3D-printer waarmee je van petflessen herbruikbare producten kunt maken. Anderen bouwden een kleine biogasreactor om koeienpoep om te zetten in brandbaar gas of keken hoe waterleidingen herontworpen konden worden om het watergebruik in huis meer circulair te maken.

Enthousiasme van leerlingen
“Wat ik zo leuk vind aan het project is dat leerlingen zelf met veel input kunnen komen. Het sluit aan bij hun leefwereld en daar worden ze gemotiveerd en enthousiast van. Ik ben een soort manager geworden. Dat is lastig, maar ook heel leuk. Als het eenmaal loopt, loop ik heel vrolijk in die lessen rond, omdat ik zie dat leerlingen het naar hun zin hebben.”

Leerlingen die het project al eens gedaan hebben presenteren hun projecten aan de volgende klas. Zo brengt Hendriks het enthousiasme van leerlingen over op andere leerlingen.

Bezig zijn met complexe problemen
Hendriks nam deel aan het Docent Ontwikkelteam (DOT) over Leren voor Duurzame Ontwikkeling in Wageningen om meer te leren over hoe je nou het best ingewikkelde duurzaamheidsvraagstukken kunt behandelen in de klas. “Hoe kun je die complexiteit inzichtelijk maken voor leerlingen?”

Dat is volgens Hendriks hard nodig om leerlingen voor te bereiden op de toekomst. “Vaak gaat het in de politiek alleen over meningen en simpele oplossingen. Ik zou willen dat die meningen onderbouwd kunnen worden met begrip van het complexe probleem. Dat moet plaats krijgen in het curriculum: het nadenken over en analyseren van complexe systemen. Als je niet helemaal begrijpt hoe het zit, moeten we er daarom maar niet mee bezig zijn?”

Ook vindt hij het belangrijk om andere vakken dan alleen de natuurvakken te betrekken. “Bij leerlingen is er het idee dat het alleen een technologisch probleem is, maar dat is te simpel. Het is breder, wil ik meegeven.”

“Zet ze aan het denken”
Hendriks wil dat leerlingen in zijn lessen hun eigen mening kunnen vormen. “Ik wil leerlingen laten nadenken over hun eigen leven en de handelingsbereidheid om duurzame problemen aan te pakken. Waar liggen kansen om iets veranderen? Wat wil je niet opgeven? Als ze later volwassen zijn moeten ze het ook zelf doen. Ze kunnen deze keuzes bovendien nu al maken, ook al zijn het complexe problemen.”

Leerlingen reageren erg goed op het project over circulariteit. Volgens Hendriks is dat omdat hij geen oordeel velt over hun opvattingen en omdat het een open en authentieke opdracht is. “Aan het begin van het project vraag ik altijd eerst naar hun persoonlijke mening. Er zijn altijd veel verschillende reacties. Nadat we het gesprek zijn aangegaan is het superleuk om er ook echt iets mee te gaan doen. En ook leerlingen die minder met duurzaamheid hebben, vinden een onderwerp dat ze leuk vinden.”

Aan andere docenten zou Hendriks willen meegeven: “Er zijn zoveel mogelijkheden om even een zijstapje te maken naar duurzaamheid, het hoeft geen groot project te zijn. Zet ze aan het denken, stel vragen, laat leerlingen af en toe proeven aan een vraagstuk.”

 

Lees hier de verhalen van andere docenten